COR: gemengde gevoelens over ‘Ruys’

Dit staat in de persverklaring die het dagelijks bestuur van de landelijke medezeggenschap heeft uitgegeven. Voorzitter Rob den Besten: ,,Wij moeten enerzijds vaststellen dat er dingen zijn gebeurd die niet passen bij de medezeggenschap van de politie. Dat doet pijn. Op deze punten moet het recht z’n loop hebben. Tegelijkertijd voelt de COR zich gesterkt door de conclusie van de onderzoekscommissie dat het besluitvormingsproces goed is verlopen, dat geen sprake was van beïnvloeding van de centrale medezeggenschap en dat de COR kwalitatief goede adviezen heeft afgeleverd”.
De COR kan zich vinden in de hoofdlijnen van de conclusies van de commissie-Ruys, zo is de conclusie na eerste, snelle lezing van het rapport. Den Besten: ,,In de komende tijd gaat de COR het volledige rapport goed lezen en daarna intern, maar ook met de korpschef bekijken wat de consequenties moeten zijn van het rapport-Ruys”.
De COR heeft overigens al lering getrokken uit de afgelopen jaren. ,,Dat constateert ook de commissie-Ruys. Het toezicht op de uitgaven is verbeterd, we vergaderen zoveel mogelijk in politiegebouwen, we zijn kritisch op externe inhuur, we volgen de inkoopregels en maken gebruik van standaardcontracten en voorwaarden van het korps”.
Financiële en tijdsdruk
De COR is het ook eens met de constatering van de commissie-Ruys dat lering moet worden getrokken uit de omstandigheden waaronder de kwartiermakers van korps en COR hun werk moesten doen. ,,Wij constateren dat de commissie-Ruys nadrukkelijk aandacht vraagt voor de omstandigheden waaronder zij hun werk hebben moeten doen. Dat was ‘onder grote financiële druk en tijdsdruk; er moest fors bezuinigd worden en invoering moest in een hoog tempo’, aldus de commissie. Er was veel druk en weinig oog en oor voor de moeilijkheden die de kwartiermakers van korps en COR ondervonden. Dit alles moet meewegen in de beoordeling van de rol en de prestatie van alle betrokkenen”.
Relatie COR-vakbonden
De commissie stelt terecht dat de vorming van 1 korps grote gevolgen heeft gehad voor de verhouding tussen alle spelers en ook die van de medezeggenschap en de vakbonden. ,,Voor het eerst was sprake van landelijke medezeggenschap die rechtstreeks kon overleggen met de korpsleiding. Dat had gevolgen voor de positie van de vakbonden die bij het vorige politiebestel met 26 korpsen veel overleggen voerden over onderwerpen die eigenlijk bij de medezeggenschap horen. Deze discussie is nog altijd niet afgerond. De discussie heeft doorgewerkt op de persoonlijke verhoudingen en de werkrelatie. De COR is het eens met de conclusie van de commissie-Ruys dat de minister van V en J op dit punt z’n rol moet pakken”. De COR dringt er tevens op aan dat de aanbevelingen van de commissie-Borstlap hierbij worden betrokken. Deze commissie onderzocht in 2016 de verhoudingen tussen korps, COR, vakorganisaties en de minister.